Wij hebben in de steden vele narigheden Er wordt slecht gereden, kwalijk opgetreden En te vaak gesneden in familieleden Al die ruwe zeden zijn funest
Het zijn de beursgrafieken en de sailstechnieken En die rotfabrieken die de sfeer verzieken De belangenklieken en de sex-boutieken De t.v. komieken en de rest
En kijk dan nu eens even naar het buitenleven In de groene dreven waar nog vogels zweven Vrouwen kleding weven, bomen vruchten geven En je schoenen kleven van de mest
Daar draagt men leder-hozen, plukt men wilde rozen Eet men abrikozen, kan men zich verpozen Met de argelozen, zonder dwangneuroze Dwars van bollebozen en protest
Op deze informaties over 't een en ander Valt naar mijn opinie zeer veel af te dingen Laat u niet bekoren, er zijn kannibalen in de stad Maar nog meer in 't gewest
De leider van de nazi's was een plattelander En ook Muzolini kwam uit boerenkringen Ja, de dictatoren zijn meest provincialen En dat is dan toch weer niet zo best