Gods goedheid wil, dat men in Nederland Steeds later opgeroepen wordt tot Hoger Leven Geprezen zij de Heer! - Maar wie moet onderhand Die kudde 'n dak en voedsel en bewassing geven?
Een rij geraniums voor 't raam Op tijd gereinigd van de luis Zoals dat hoort in een tehuis En ook korrekt op tijd besproeid Al is er geen meer, die er nog van groeit En ook niet een meer Die (als was 't maar een keer) Eventjes nog bloeit Er is geen geur of smaak meer an Wanneer komt de vuilnisman?
De statistieken van het Planbureau Bewijzen, dat wij hier gemiddeld langer leven Het Nut der Statistiek! - Maar op wiens risiko Wordt zo'n improduktieve faktor afgeschreven?
Wat ouwe poezen voor het raam Gehavend door een soort schurft Niet een die nog naar buiten durft Ze zijn te zielig om te slaan Maar ook es niemand haalt er eentje aan 't Zit maar te zitten Onderling te vitten Vol van argwaan Je hebt er niks als hinder van Wanneer komt de vuilnisman?
Onze beroepsbevolking staat voor gek Die zit daar maar te houwen met die ouwe lullen Waarom gaan zij niet dood? - Dan kwam er weer wat plek Voor frisse, vlijtige, gezonde jonge knullen!
Een rijtje spoken voor het raam Die somber staren wie daar gaat En als het donker wordt op straat Dan staart gehoorzaam heel de kluit Naar spoken op de televisieruit En denkt: "Is dat nou 't Leven? 'k Ben het zat! Nou Zender, val maar uit! Want God, ik heb er bale van Wanneer komt de vuilnisman?"