Ik hoorde klaterhelder zingen op een avond langs het strand Aan de rand van de vloedlijn lag een meermin in het zand Toen ik dichterbij kwam, aangelokt door haar gezang Zag ik tranen in haar ogen, satijnen parels op haar wang Ze zei : Ik wil weg uit het kille water Leven op het land, met jou leven op het land Weg uit het kille water, Leven op het land, met jou leven op het land nananananananana........... Ze had peperblonde haren, lichtjes frivool in de wind Ze zat voor zich uit te staren en had de trekken van een kind Ze leek uit plankton geweven en ze deed het water leven Ik ging vertwijfeld mee, met de koningin van de zee Ze zei : Ik wil weg uit het kille water Leven op het land, met jou leven op het land Weg uit het kille water, Leven op het land, met jou leven op het land nananananananana........... De droom brak toen aan scherven en omstreeks middernacht Zag een jutter op het strand in het vale gele maanlicht Een kring van dode vissen in het zand Waar een zwarte roos geklemd was in de afdruk van een hand
Ik wil weg uit het kille water Leven op het land, met jou leven op het land Weg uit het kille water, Leven op het land, met jou leven op het land Ik wil weg uit het kille water Leven op het land, met jou leven op het land Weg uit het kille water, Leven op het land, met jou leven op het land Ik wil weg uit het kille water Leven op het land, met jou leven op het land Weg uit het kille water, Leven op het land, met jou leven op het land