Een tik op de trom En ik zeg u: Kom Kom, leen mij uw oren (en kijk niet zo ontdaan) Ik naai ze dalijk weer aan Kom, leen mij uw oren Ik wil u iets laten horen Over sombere tijden en vreselijk lijden Hoe strijden die vleiden en scheiden die vrijden Goed, nog maar een keer - om paniek te vermijden Hoe strijden die vleiden en scheiden die vrijden Over alle vriendinnen Die het gevecht niet konden winnen En over alle zusters Die eindigden in dusters En de numero een Dat is Heleen Ze wou aan het toneel Maar een kort tafereel Heeft haar bakens verzet En nu speelt haar hele drama voor het steunloket
Heleen, Heleen Die had van alles mee voor een loopbaan Maar neen: Heleen Die liep tegen een zekere Joop aan Dat was een kerel met centen zat Die zag dat zij wel talenten had Maar die zei: 'k Weet nog wat beters misschien Mijn fenomeen We nemen eerst een kindje en dan zullen we wel zien Dus nam ze een kind Nog maar een kind Er was geen vuiltje aan de lucht Hup, nog maar een kind En toen die kroop nam Joop de vlucht
Heleen verdween Ze heeft haar artistieke failliet al Klaagt steen en been Zit elke dag opnieuw met d'r drietal Ze doet nu veel op de kleuterschool Ook het toneel op de kleuterschool Maar wat ze mist is het luide bravo Heleen alleen Met Badelochje, Hamlet en baby'tje Cyrano
Alweer een vrouw verdwenen Het is een vast patroon Ik sta hier om te wenen Om weer een vrouwspersoon Om de gebarsten stenen Uit een gevallen kroon Alweer een vrouw verdwenen Doodjammer, doodgewoon
Een tik op de trom En dan blader ik om De numero twee, dat is Josee Dat is Josee met dubbel ee En Josee had een wiskundeknobbel En u weet: een wiskundeknobbel is de enige bobbel Waarvan je als vrouw zegt: Hoera zeg, een knobbel En Josee koos voor een wetenschappelijk bestaan Maar geen volledige baan Want ze had ook nog te zorgen Voor een man en een kind en een kat en een huis en andijvie voor morgen
Vier dagen werk Leek ijzersterk Maar dat was theorie 't Werd drie 't Werd twee 't Werd: Hee Vertrek maar, jij Haar faculteit Moest iemand kwijt Maar niet zo'n full-time man Wie dan Een vrouw Ja nou Wie werd er weggecijferd, uitgerekend zij
Ik breng haar maar te berde Zo verging het ook de derde Els Werd hels Ze zat Zowat Al tien jaar op kantoor Maar als het daar om nieuwe plannen ging Bleek dat het altijd maar om mannen ging Vrouwen, vrouwen, vrouwen kwamen nergens in voor
Dan heb ik hier Nummertje vier Da's mijn vriendin Margreet Die deed Een zeer begeerde vrouwenjob Best een succes Als stewardess Dacht ze opeens benauwd 'k Word oud Ik tob Ik stop Ik kom als stewardess ook nooit 'ns hogerop
Alweer een vrouw verdwenen Het is een oud sjabloon Ik ween hier notabene Als was 't om God z'n zoon Om de vergruisde stenen Van een gevallen troon Alweer een vrouw verdwenen Doodjammer, doodgewoon
En nummer vijf, zes, en zeven, ach Waar zijn die vrouwen gebleven, ach Dag aan dag aan dag aan dag aan dag gaat die bel Ze zijn jaloers of vereren me Jij hebt de hemel, beweren ze Ook al heeft mijn hemel dikwijls meer van een hel Ik pomp ze moed in, dat moet ik wel Maar ondertussen vermoed ik wel Dat ik ze daar niet zo erg tevreden mee stel Maar nummer acht, negen, tien en elf Je moet je wereld bezien en zelf Vechten om te zorgen dat ook jij niet verdwijnt Al wordt 't nooit wat 't worden moet Krijg je nooit rond wat in orde moet Vechten, blijven vechten tot het bittere eind Als je als vrouw uit de dalles wilt Als je als vrouw wel eens alles wilt En als je als vrouw eens niet het onderspit delft Krijg je meestal toch niet meer dan tweemaal de helft (Neenee)