Ze speelden samen in de volle zon of sliepen in het gras onder de bomen Het leek of het nooit anders worden kon En dat er nooit een einde aan zou komen Zij noemde hem mijn grote sterke dromer En hij wist duizend lieve naampjes op een rij Maar elke lente gaat voorbij en in een keer keer was het zomer
De hitte van de dag was wel een last Maar wie gezond en sterk is kan daar tegen En af en toe bij wijze van contrast trok god de hemel toe en stuurde regen Voro droefheid was maar oh zo weinig reden Ze konden ongestoord gelukkig zijn en blij Maar ook de zomer gaat voorbij en de herfst stond aangetreden
De dagen werden kort de dagen lang de storm begon vervaarlijk hard te huilen Maar dat maakte hen helemaal niet bang Ze hadden toch elkaar om bij te schuilen De regen sloeg de kaal geworden bomen En vormde plassen in de eens zo groene wei Maar ook het najaar gaat voorbij en de winter is gekomen
Kortstondig als het gras is ons bestaan Dat feit is met geen woorden weg te praten Waarom loop je zo fanatiek vooraan, terwijl je morgen alles los moet laten Misschien is er ook dan nog ergens iemand Om je te helpen bij dat allerlaatst karwei Want ook de winter gaat voorbij wat er daarna is weet niemand