Hij was maar een flodderartiestje Hij speelde en zong voor wat brood Hij maakte 'n gelikt schilderijtje Of verzen op liefde en dood Hij had voor wat vreugde in 't leven Zijn ziel aan de mensen gegeven Met al zijn gestumper en droevig getob Bleef hij toch nog zo arm als Job
Maar op eenmaal klopte de liefde Aan de vijfde verdieping deur aan Een vrouw bracht wat regel en orde In zijn eertijds zoo bandeloos bestaan En gaf hij vaak menig schilderijtje Of versje voor 'n appel en 'n eitje Nu zat zij beslist, ondanks menige twist Als 'n bok op de haverkist
Die bok hield de klaplopers buiten Was al heel gauw in zakendoen thuis Zij veegde de stof en zijn vrienden Als waardeloze dingen uit huis Zij redderde ook ordeloze zaken Wist van t kleinste nog duiten te maken En d' artiest zonder cent, met zijn floddertalent Werd voor 't oog een oppassende vent
De artiest is nu netjes gestorven Na jaren van degelijk bestaan Zijn vrouw heeft zijn naam laten klinken Voordelige zaakjes gedaan Hij kreeg er een grafmonumentje Zij schonk aan de stad een presentje Iets wat hij beslist in den hemel nog mist Is zijn bok op de haverkist