Als... Als... Als... Als... Altijd de spijt van het eeuwige Als Als ik niet Als jij niet Als hij niet Als zij Als toen niet Als daar niet Ja, dan hadden wij Hadden wij Zouden wij Zaten wij Waren wij ZEKER!
Als... Als... Als... Als... Altijd dat dreunende, zeurende Als Als zus niet Als zo niet Als dit niet Of dat Als het niet Nou net niet Dat had gehad Dan hadden wij Zouden wij Zaten wij Waren wij NOOIT!
Spijt... Spijt... Spijt... Spijt... Van verloren en voltooid verleden tijd Van was ik maar Had ik maar Toen maar Die keer Iets later Iets eerder Iets minder Of meer Dan had ik nu Zou ik nu Zat ik nu Was ik nu ZEKER!
Spijt... Spijt... Spijt... Spijt... Dat knagend gevoel van zelfverwijt Had ik het Allemaal maar Anders gedaan Dan was het Ook allemaal Beter gegaan Dan had ik nu Zou ik nu Zat ik nu Was ik nu NOOIT!
Stom... Stom... Stom... Stom... Waar ging het mis? Waar liep het krom? Wanneer en met wíe en waardoor en waarom? Hoe kon ik zo stom zijn, zo eindeloos stom?
Stom... Stom... Spijt... Spijt... Als... Als... Zelfverwijt Stom... Stom Spijt Spijt Als Als SPIJT!