refr.: Wat was ik zonder jou, jij die mij hebt gevonden Wat was ik zonder jou, dan een hart in diepe slaap Dan een stilstaande klok, lang al niet opgewonden Wat was ik zonder jou, een stamelende knaap
Alles leerde ik van jou, over 't menselijk uiten En zag van toen af aan de wereld in jouw geest Zoals we aan de bron, de lippen dorstig tuiten Zoals je deuntjes leert, die voorbijgangers fluiten Zoals je aan de hemel, verre sterren leest Alles leerde ik van jou, zelfs het huiverend feest
refr.
Alles leerde ik van jou, wat voor mij nu de kern is Dat hst 's morgens al licht is en de hemel blauw kan zijn Dat geluk heel wat meer is, dan een nachtkroeg of kermis Jij nam mij bij de hand, door die hel wie modern is Waarin de mens vergeet, wat samen zijn kan zijn Jij nam me bij de hand, ik minaar zonde r pijn
refr.
Wie praat over geluk, heeft vaak ogen vol tranen Is dat niet de snik, die de nederlaag tont Een gitaarsnaar breekt af als een spankracht gaat tanen En toch zeg ik u, dat ook onder de manen En onder de wolken het geluk zich vertond Hier is zo'n onbekende haven waar het woont