Opgespaard van zeker vijftienhonderd overuren Elke dag van acht tot 's avonds acht tussen de muren Van de zaak. Sparen voor 'n appel voor de dorst De dorst van elke vader om eenmaal als 'n vorst Met z'n gezin in een caravan te gaan langs 's heren wegen En verleden voorjaar had ik het voor mekaar gekregen
refr.: Caravan, caravan, wonder op wielen Eerst met tachtig op de teller in de file Naar het zuiden, naar 't beloofde mooie weer En daar kwak je je mobiele huis dan neer Met z'n allen onder het polyesterdak Wat een comfort, wat een plezier Wat een genot, wat een gemak
's Avonds als je slapen gaat, besef je de gemakken Kopjes, vaasjes van de tafel, tafel laten zakken Kussens van de banken pakken, klap de banken open Uit die banken pak je dan je slaapzak en de slopen Kussens op de tafel en de banken klappen dicht En je ligt
Het licht, Jan... Ja, doe jij het licht Ja, ik doe het licht... En je ligt Je ligt als God in Frankrijk eindelijk in je bed Dan verlang je plotseling hevig naar 'n sigaret Een sigaret... waar zijn m'n sigaretten Hulpeloos tast je in het donker langs bagagenetten Rommelt in de kastjes, inspecteert de zesde plank Tot je plotseling weet: ze liggen in de linkerbank Slaapzak van de tafel en de lakens en de slopen Kussens van de banken pakken, klap de banken open Ergens op de bodem naar de sigaretten dreggen Banken dicht en kussens nog op hun plaatsen leggen Eindelijk lig je naast mekaar, zalig moe en stil God Jan, de pil
De pil... Waar is de pil De pil zit in de trommel 'Eerste hulp bij ongelukken' Zoeken in de koffer, in het aanrechtkastje bukken Voelen langs het randje, daarna tasten op de plank Pil is nergens, moet dus zitten in de rechterbank
Slaapzak van de tafel en de lakens en de slopen Kussens van de banken pakken, klap de banken open Vloekend graaien in een stapel schone onderbroeken Trommel met de pil staat op een stapel badhanddoeken Bank weer dicht en kussens op de plaats waar ze behoren En op dat moment gaat er iets suizen in je oren Voel je ergens in je schedel duidelijk iets knappen Even later zie je dan jezelf naar buiten stappen Met een grote jerrycan benzine in je hand En je hebt maar een gedachte: Ik steek 'm in de brand Ik steek 'm in de brand Ik steek 'm in de brand Die klerecaravan, ik steek hem in de brand
Geniet al in gedachten van het zwartgeblakerd wrak Giet sardonisch lachend de benzine over het dak Gilt waanzinnig van geluk: "Hoera, 't is zover!" Zoekt vertwijfeld in je zak, je hebt geen lucifer
En beseft, terwijl je luid hysterisch staat te janken Doosje lucifers ligt, god, in een van beide banken Strompelt weer naar binnen en valt op je slaapzak neer Snikkend in je kussen, en dan hoeft het al niet meer